De Twaalf Uren van de Passie van Onze Heer Jezus Christus
De 24 Uren van het Bittere Lijdingspad van Onze Heere Jezus Christus door Luisa Piccarreta, het Kleine Dochtertje van de Goddelijke Wil
† Vierde Uur
Van 8 tot 9 AVOND †
Het Eucharistisch Avondmaal

Jezus, mijn zoete liefde! Omdat Uw liefde voor ons nooit genoeg is voor U, zie ik dat U opstaat van tafel aan het einde van de Laatste Avondmaal en met Uw dierbare discipelen het lofzang van dankbaarheid zingt tot de Vader om te verzoenen voor de ondankbaarheid der schepsels. Zo neem ik waar, o Jezus, dat in alles wat U doet en alles wat U raakt, U de woorden op Uw lippen hebt: “Dank zij U, mijn Vader!” Deze woorden neem ik van Uw lippen. Altijd en overal wil ik zeggen: “Dank zij U voor mij en voor allen!” om het gebrek aan dankbaarheid te vervangen.
Mijn Jezus, Uw liefde is nog niet tot rust gekomen. Ik hoor U Uw discipelen uitnodigen om weer plaats te nemen. U neemt een bekken, gordelt U met een linnen doek en werpt U zich voor de voeten van Uw discipelen in zo'n nederige houding dat U de blik van het hele hemelrijk trekt en verbaast. Zelfs de apostelen kijken toe met de adem in hun keel. Maar vertel me, mijn liefste, wat doet u? En wat is dit teken van diepst mogelijke nederigheid, een nederigheid zoals nooit eerder gezien en nooit meer te zien?
“O kind des mensen”, antwoordt Jezus, voor de voeten der apostelen geworpen, "ik begeer alleen hun zielen¹, en met tranen bedenk ik een list van liefde om hen aan Mij te binden. Met het symbool van uw water gemengd met mijn tranen wil ik hun zielen zuiveren van elke onvolkomenheid en voorbereiden op Mij te ontvangen in het grote Sacrament. Dit reinigingswerk staat zo dicht bij mijn hart dat ik het niet aan de engelen of aan mijn Dierbare Moeder wil toevertrouwen. Ik zelf wil de zielen van Mij apostels zuiveren om hen waardig te maken om het vrucht van het Heilig Sacrament te ontvangen. Op deze manier wil ik vergoeding brengen voor alle goede werken, maar vooral voor het toedienen der sacramente, die in een geest van onverschilligheid en niet in de Geest Gods worden uitgevoerd. O, hoeveel goede werken worden gedaan die Mij meer schande dan eer doen, die Mij meer bitterheid dan vreugde geven, die Mij dood brengen in plaats van leven!² Het zijn juist deze beledigingen die mijn hart het meest pijnen. Mijn ziel, tel op alle beledigingen aan mij gedaan. Maak vergoeding met Mij boetedoeningen om mijn Hart te troosten dat in bitterheid is verdronken."
Mijn lijdenzame Jezus! Mijn leven zal ik van U maken om te boeten voor zo veel zonden. Ik wil ingaan in de meest verborgen hoeken van Uw goddelijke hart om met Uw eigen hart te boeten voor de beledigingen die aan U zijn aangedaan door hen die U het dierbaarst zijn. Ik wil U volgen in alles en, in eenheid met U, naar alle zielen gaan die U willen ontvangen in de Eucharistie en hun harten binnengaan. O Jezus, met Uw tranen en het water waarmee Gij de voeten van de apostelen hebt gewassen, laten wij de zielen wassen die U moeten ontvangen. Laten wij hun harten reinigen, stof eraf schudden waar ze mee zijn bezoedeld, en hen aandoen zodat U met hen tevreden zijt. Terwijl Gij de voeten van Uw discipelen wast met liefdevolle ijver, kijk ik naar U en besef dat een andere pijn Uw hart doordringt. De apostelen stellen alle toekomstige kinderen van de Kerk voor, maar ook, in hun onvolkomenheid, al het kwaad dat in de Kerk zal gebeuren, dus het hele gevolg van Uw lijden. De ene symboliseert zwakheden, de andere bedrog; de eerste is een symbool van hypocrisie, de laatste van een overmatige liefde voor aardse winst. In Petrus vinden we onstandvastige beslissingen, de beledigingen van veel kerkelijke leiders; in Johannes de zwakte zelfs van Uw meest getrouwe, want hij sliep ook in in de Olijfberg na dat hij tegen Uw Hart had gerust en vervolgens vluchtte; in Judas alle afvalligen met al het ernstige kwaad dat voortvloeit uit apostasie. Uw hart is overstroomd met pijn en liefde. Aangezien Gij moeite hebt om de grootheid van de pijn evenals de grootheid van de liefde te beheersen, blijft Gij bij de voeten van elke apostel hangen, tranen vergend, boetendoening voor elk van deze zonden en vleende om kracht en standvastigheid voor hen allen.
Mijn Jezus, ik verbind mij ook met U en maak Uw gebeden en boeteoefeningen tot de mijen eigen. Ik wil bij U blijven, mijn tranen met de Uwen vermengen, zodat Gij nooit alleen zult zijn, maar altijd mij aan Uw zijde zult hebben om Uw lijden te delen.
Jezus, mijn liefste! Ik zie U bij de voeten van de apostel Judas staan. Uw adem is kort, Gij huilt en slokt stil in het geheim. Gij wast zijn voeten, kust ze, drukt ze tegen Uw hart. Terwijl uw stem door pijn zwak wordt, kijkt Gij met tranen in de ogen naar de verrader en zegt tot zijn hart: "Mijn zoon, ik smeek u met de stem van mijn tranen, neem niet het pad naar de hel. Geef mij je ziel, die ik begeer, nederig aan uw voeten. Zeg me, wat wil je doen? Wat hebt u voor plan? Ik zal u alles geven, alleen verwoest jezelf niet. O spaar mij deze pijn, mij, uw God!" En weer en weer kust Gij zijn voeten.³
Mijn Jezus! Terwijl Gij de hardheid van zijn hart herkent, klopt het Uw eigen. Liefde overstroomt u; het lijkt alsof uw kracht faalt. Jezus, mijn leven! Laat mij U opvangen in mijn armen. Ik begrijp dat dit kunstgrepen van Uw liefde zijn die Gij gebruikt met halsstige zondaars. Maar terwijl ik medelijden heb met U en boete doe voor de beledigingen die Gij ontvangt van zulke zielen, vraag ik u om me toe te laten gaan over de aarde in eenheid met U om het geschenk van Uw tranen aan halsstige zondaars aan te bieden zodat hun harten kunnen verzachten; Ik vraag U hen uw liefde te geven om ze aan U te binden zodat ze niet meer uit Uw handen kunnen. Op deze manier wordt Gij vergoed voor de pijn die door het verval van Judas is veroorzaakt.
Jezus, vriend en troost van mijn hart! Ik zie dat Uw liefde haar gang gaat, U mee meesleept. U rijdt op en nadert het tafel met verlangens, waar brood en wijn al klaar zijn voor de wijding. Uw goddelijke trekken nemen een uitdrukking aan zo zachtmoedig, zo liefdevol, als nooit tevoren gezien is. Uw ogen schijnen helderder dan de zon, Uw aangesicht roodt en straalt, hemelse vreugde speelt om Uw lippen heen, Uw hele buitenzijn neemt de majesteit van de Schepper aan.
Ik zie U, mijn liefste, veranderd. Uw goddelijkheid schijnt door het hulsje van Uw menselijkheid. Het aanzien van U, zoals nooit tevoren gezien, trekt de aandacht van allen. De apostelen worden gegrepen door zoete vreugde en durven bijna niet adem te halen; uw genadige Moeder bevindt zich in geest bij Uw tafel om de wonderen van Uw liefde te aanschouwen. De engelen dalen neer uit de hemel. Het lijkt alsof ze elkaar vragen: “Wat is dit? Is dit niet het overmaat, de waanzin der liefde? Een God schept geen nieuwe hemel of een nieuw aarde, maar Hij geeft Zichzelf een nieuw bestaan door het vergaande stof van wat brood en wijn te transformeren in het lichaam en bloed van Zijn menselijkheid.” O onverzadigbare liefde! Nu alle discipelen om U heen zijn verzameld, zie ik U het brood nemen in Uw heiligen handen en aan de Vader offeren. Ik hoor Uw zoete stem zeggen: "Heilige Vader, dank U omdat Gij altijd luistert naar Zon. Heilige Vader, werkt met Mij. Eens zondt Gij Mij van de hemel op aarde om mens te worden in de schoot van een maagd en Onze kinderen te redden. Nu laat toe dat het "Woord" vlees wordt in elke gast om de redding der kinderen der mensen voort te zetten en het leven van iedere ziel te zijn. Kijk, Vader, er blijven maar enkele uren voor Mij over. Hoe kon ik zo harteloos zijn om Mijn kinderen alleen en wees achter te laten! Veelvuldig zijn hun vijanden, veelvuldig hun passies, dicht de duisternissen van hun geesten, groot de zwakte der harten waaraan zij onderworpen zijn. Wie zal hen bijstaan?
O I smak U, laat Mij in elke gast blijven om het leven van Mijn kinderen te bewaren, hun licht, kracht en macht te zijn. Waar anders zouden ze heen gaan? Wie zou hun gids zijn? De werken Onzer handen zijn eeuwig, Ik kan mijn liefde niet weerstaan, Ik kan en wil Mijn kinderen niet alleen laten."
De Vader wordt geroerd door Uw woorden ontvlamd van liefde en daalt neer uit de hemel. Nu zijn de Vader en de Heilige Geest met U op het altaartafel, mijn Jezus! Nu spreekt U de wijdingwoorden uit met een duidelijke en indrukwekkende stem. Zonder U te leegen, maakt U zich in elk brood en wijn sacramentaal aanwezig.
Mijn Jezus! De hemelen buigen neer en bieden U een daad van aanbidding in de nieuwe staat der diepste vernedering. Nu is Uw liefde bevredigd. Ik zie alle gewijde gasten op het altaar tot aan het einde der tijden. Maar zo veel gasten zijn verweven met de krans van Uw pijnlijke Passie, omdat zo velen het overmaat van Uw liefde alleen belonen met het overmaat van onthankbaarheid, zelfs gruweldaadige misdrijven.
Jezus, Hart van mijn hart! Ik wil altijd bij U zijn in elke tabernakel, in elk kelkje, in iedere Heilige Gast om U mijn daaden der verzoening te kunnen offeren voor alle beledigingen die aan U gedaan worden in het sacrament der liefde.
Jezus, ik beschouw U in de gewijde gast, ik kus Uw voorhoofd met mijn geest, waarop de majesteit van het Goddelijk Wezen troont, maar ik voel ook de prikkels van Uw doornenkroon. O, hoe veel zielen er zijn die U niet besparen op de prikkels van doorns zelfs in de gast! In plaats om U de eer te bewijzen met goede gedachten, komen ze met kwade gedachten. U buigt Uw hoofd opnieuw zoals tijdens Uw Passie en ontvangt en draagt de steken die de doorns van hun kwade gedachten U toebrengen. Mijn liefde! Ik nader U om Uw lijden te delen. Ontvang al mijn gedachten in Uw geest om die doorns weg te houden die U zo bitter pijnen. Laat elke gedachte van mij samenvoegen met elke gedachte van U om voor iedere kwade gedachte boete te doen en u dus troost te geven.
Jezus, mijn grootste goed! Ik zie de liefdevolle blik van Uw mooie ogen gericht op hen die zich voor U vertoonen. Hij eist een liefdevolle blik terug van hen. Maar hoe velen verschijnen voor het Allerheiligste Sacrament en kijken naar andere dingen die ze afleiden en u zo de vreugde onthouden die een blik van liefde u had gegeven. U huilt, maar mijn wangen zijn ook nat van tranen. - Mijn Jezus, huil! Ik wil mijn ogen laten zakken in de jouwe. Om uw lijden met je te delen en boete te doen voor alle kijksels der nieuwsgierigen, bied ik u mijn ogen aan die altijd op U gericht moeten zijn.
Jezus, ik zie dat Gij luistert naar Uw schepselen om hen troost te geven. Zij zeggen hun gebeden tegenover U zonder devotie, gewoon en zonder vertrouwen. En uw gehoor lijdt meer in deze gast dan tijdens Uw Passie. Mijn Jezus, ik wil u laten horen alle harmonieken van de hemel, mijn gehoor verenigd met het jouwe om te delen in Uw lijden, u troost en boete te doen.
Jezus, mijn leven! Ik zie uw meest heilige gezicht nat van bloeddruppels, ontstellend en bleek. Uw schepselen verschijnen voor het hoogste onthulde goed. Maar in plaats om u de eer te bewijzen die u toekomt, lijkt het alsof ze u klappen geven op de wangen en uw gezicht besmeuren met hun ongepaste gedrag en onjuiste gesprekken. Zoals tijdens Uw Passie, neemt Gij deze beledigingen in vrede en geduld aan en draagt hen. Jezus, ik wil mijn gezicht dicht bij het jouwe brengen, niet alleen om het object van de eervolheid te zijn die ze u tonen, maar ook om al uw pijn met je te delen. Met mijn handen wil ik Uw gezicht reinigen van de bevlekkingen en u aan mijn hart drukken. Van mijn hele wezen zou ik graag zo veel delen maken als er zielen zijn die u eren. Ik wil alle mijn driften en bewegingen omzetten in zo veel knielbuigingen om zonder ophouden boete te doen voor de onachtzaamheid waarmee schepselen je hebben getoond.
Mijn Jezus! Wanneer Gij komt tot de kinderen der mensen in het Allerheiligste Sacrament, zult Gij gedwongen zijn om neer te liggen op zo veel onzuivere, kwade en godslasterlijke tongen. O, hoe bitter voor U! Het lijkt u alsof gij vergiftigd wordt door deze tongen. Het is erger wanneer Gij in hun harten daalt. Als het mogelijk was, zou ik graag deze tongen aanvaarden om alle zondige spraken die u zo beledigen te veranderen in woorden van lof.
Jezus, mijn hoogste goed! Ik zie Uw hoofd zo moe, uitgeput en volledig opgegoten door Uw liefdevolle werkzaamheid. Zeg me, wat doet U? En U antwoordt: "Mijn kind! Ik moet in de gewijde gast wonen van ochtend tot avond om ketens van liefde te smeden. Wanneer zielen komen, bind ik hen aan Mijn Hart. Maar weet u wat ze dan doen? Veel breken eruit met geweld en scheuren de ketens van Mijn liefde in stukken. Aangezien deze ketens verbonden zijn aan Mijn Hart, lijdt het onbeschrijfelijke kwellingen. Door mijn ketens te verbreken, maken ze mijn arbeid van liefde ongeldig, laten wezens hen in ketens slaan en gebruiken ze om hun doelen te bereiken. Ze doen dit zelfs in Mijn aanwezigheid. Zulke gedrag brengt Me zozeer tot droefenis dat Ik van pijn zou sterven als Ik in een staat was die lijden kan ondergaan." - Hoe ik met U lijd, mijn Jezus! Uw hart is blootgesteld aan zoveel kwelling. Daarom vraag ik U om op mijn hart de ketens te leggen die anderen breken, om U daarvoor te vergoeden met mijn liefde en om U te troosten voor de beleidigen die zielen u toebrengen.
Mijn Jezus! Zo machtig en almachtig is het vuur dat in Uw hart brandt, dat Gij wilt uitbarsten met zijn vlammen en pijlen van liefde op harten afschieten. Veel mensen echter weken ze af en geven hen terug met pijlen, spiesen en projectielen van kou, matigheid en onthankbaarheid. Hoeveel reden Gij hebt, mijn Jezus, om bitterlijk over dit te huilen! Nu zie mijn hart voorbereid om niet alleen die pijlen van liefde op te vangen die bedoeld zijn voor mij, maar ook die die de andere zielen afwijzen. Ik zal boete doen voor de kou, matigheid en onthankbaarheid die Gij ontvangt van deze zielen.
Jezus, ik kus Uw linkerhand en wil daarmee vergoeding brengen voor alle ongeoorloofde benaderingen en onaangename daden die in Uw aanwezigheid plaatsvinden. Ik vraag U om me altijd dicht bij Uw hart te houden. Eer zij de Vader...
Jezus, ik kus Uw rechterhand en met deze wil ik vergoeding brengen voor alle sacrilegia, inclusief die door priesters gepleegd worden die in een onaangename staat vieren. Hoe vaak wordt Gij, mijn liefde, gedwongen om van de hemel af te dalen naar onwaardige handen en harten! Hoewel het U afstoot om Zichzelf in zulke handen te vinden, dwingt Uw liefde U ertoe weer en weer. Ja, sommige van Uw dienaren vernieuwen Uw Passie, herhalen de moord op God met hun zonden en sacrilegia. Jezus, ik ben ontzet als ik eraan denk. Maar toch plaatst Gij Zichzelf ook in die onwaardige handen, net zoals Gij Zichzelf plaatste in de handen van de Joden tijdens Uw Passie. Als een zachte lam wacht Gij op nieuwe dood, maar ook op de bekeering van de onwaardige dienaren des altaars.
Jezus, hoe Gij lijdt! Gij kijkt om naar een hand die U bevrijdt uit deze bloedbesmeurde handen. Als je jezelf in zulke handen bevindt, vraag ik u, roep me. Als vergoeding wil ik U omsingelen met de zuiverheid der engelen, verspreid het geur van Uw eigen deugden om U heen, neem uw afkeer weg om in zulke handen te zijn. Ik wil mijn hart voor U openen als een plaats van redding en toevluchtsoord. En terwijl Gij in mij woont tijdens de Heilige Communie, zal ik voor de priesters bidden dat allen waardig zullen zijn in Uw dienst.
Jezus, ik kus Uw linkervoet en wil daarmee vergoeding brengen voor diegenen die U gewoonlijk ontvangen zonder de juiste gezindheid van ziel. Eer zij de Vader...
Jezus, ik kus Uw rechtervoet en wil daarmee vergoeding brengen voor diegenen die U alleen als een spottering ontvangen. Oh, als zij de dreistheid hebben om dit te doen, dan vraag ik U om het wonder dat Gij werkt op centurio Longinus opnieuw te laten geschieden. Zoals Gij zijn ziel genezen en bekeerd hebt door hem aan te raken met het bloed dat uit Uw doorgestoken hart stroomde, zo ook, door Uw sacramentele aanraking met de boosaardigen, verander dan de gevoelens van minachting of haat in liefde en de spotters in minnaars. Eer zij de Vader...
Jezus, ik aanbid en prijz Uw vriendelijke hart, waarin alle beledigingen samenvloeien. Ik wil vergoeding brengen voor al die beledigingen tegen het Allerheiligst Sacrament om U de liefde van mensen te geven in ruil voor Uw liefde en om met Uw lijden mee te delen. Eer zij de Vader...
Jezus, als er een belediging mijn vergoeding zou ontgaan, sluit me dan op in Uw Hart en in Uw Wil alsof het een gevangenis is, zodat ik vergoeding kan brengen voor elke belediging. Ik zal ook Uw Allerheiligste Moeder vragen om mij altijd bij Zich te hebben, zodat ik met Haar alles en iedereen kan goedmaken. Op deze manier laten we de golven van bitterheid die mensen over U heen zetten van U afvloeien.
Mijn Jezus! Herinner U dat ook ik een ellendig, zondig wezen ben. Sluit me op in Uw hart en met de ketens van Uw liefde maak mij niet alleen Uw gevangene, maar bind mijn elke gedachte, mijn ieder gevoel en neiging, mijn handen en voeten aan U, zodat ik geen andere handen en voeten heb dan de Uwen. Laat Uw hart mijn gevangenis zijn, mijn ketens gesmeed door liefde, Uw vlammen mijn voedsel, Uw adem de mijne. Mogen de Allerheiligste Wil van U de staven zijn die me verhinderen om uit mijn gevangenis te stapelen. Dan zal ik niets anders voelen dan vuur en niets anders zien dan vlammen. Ik geef U mijn leven. Terwijl ik met U in de gevangenis blijf, zult Gij Uw vrijheid in mij hebben. Is dit niet Uw bedoeling wanneer Gij Zichzelf insluit in de Host om Uw vrijheid te ontvangen van de zielen die U ontvangen, zodat Gij Uw leven in hen kunt ontwikkelen? Nu zegent mijn als een teken van Uw liefde. Geef mijn ziel de mystieke kus van liefde terwijl ik me vermaak in Uw omhelzing. Eer zij de Vader...
Zoete Hart van Jezus! Toen Gij het Allerheiligst Sacrament des Altars instelde en met Uw Geest de schreeuwende ontdankbaarheid en beledigingen van Uw schepsels zag, wankt Gij niet. Ook wanneer Gij gewond en doorbitterd bent, duikt Gij alles onder in de oneindigheid van Uw liefde. Na dat Gij Uw apostelen hebt geleerd en toegevoegd heeft dat zij ook moeten doen wat Gij gedaan hebt, wijdt Gij hen tot priesters door hun het vermogen te geven om te wijdden. Op deze manier denkt Gij aan alle priesters tegelijkertijd en schept een middel om alles goed te maken.
Aan het einde van de Laatste Avondmaal neemt Gij Uw apostelen mee en maakt Gij Uw weg naar de Oljfberg, waar Uw Passie moest beginnen. Ik volg U overalheen, mijn Jezus, om U trouwe gezelschap te houden. Terwijl Gij wandelt, wil ik vergoeding brengen voor alle zielen die met verspreide en afgeleide geesten de Kerk verlaten; ik wil ook van U vragen om licht en genade te geven aan die priesters die helemaal geen winst behalen uit de heilige daden omdat zij niet goed gebruik maken van de middelen der genade.
Beschouwingen en Oefeningen
door St. P. Annibale Di Francia
Jezus is in de Host verborgen om leven te geven aan allen. In Zijn verborgenis omhelst Hij alle eeuwen en geeft licht aan allen.
Op dezelfde manier, door ons te verbergen in Hem, zullen wij leven en licht geven aan allen met onze gebeden en reparaties, zelfs aan de ketters en de ongelovigen, want Jezus sluit niemand uit.
Wat moeten we doen in ons verborgenheid? Om gelijk te worden aan Jezus Christus, moeten wij alles in Hem verbergen, dat wil zeggen gedachten, blikken, woorden, hartkloppen, gevoelens, verlangens, stappen en werken; zelfs onze gebeden—wij moeten ze verbergen in de Gebeden van Jezus. En net zoals Liefhebende Jezus alle eeuwen omhelst in de Eucharistie, zullen wij dat ook doen. Aan Hem vastklampend, zullen wij de gedachte zijn van elke geest, het woord op ieders tong, het verlangen van elk hart, de stap van iedere voet, het werk van iedere arm. Door dit te doen, zullen wij alle kwaden die alle schepselen Jezus willen aandoen, afleiden van het Hart van Jezus, en proberen dit kwaad te vervangen door al het goed dat we kunnen doen, op zodanige manier dat het Jezus dwingt om redding, heiligheid en Liefde aan alle zielen te geven.
Om de Leven van Jezus te beantwoorden, moet ons leven volledig conform zijn aan Zijn eigen. De ziel moet de intentie hebben om in al de tabernakels ter wereld aanwezig te zijn om Hem continu gezelschap te houden en Hem continue verlichting en reparatie te geven; en met deze intentie alle acties van de dag uitvoeren. Het eerste tabernakel is binnen ons, in onze hart; daarom moeten wij grote aandacht besteden aan alles wat Goede Jezus in ons wil doen. Vaak, terwijl Hij in ons hart is, laat Jezus ons het behoefte aan gebed voelen. Ach, het is Jezus die wilt bidden en ons met Hem samen wil hebben, bijna zichzelf identificerend met onze stem, met onze affectie en met heel ons hart om ons gebed één te maken met Zijn eigen! En zo, om de Gebeden van Jezus eer aan te doen, zullen wij opmerken om Ihm al ons wezen te geven, zodat Liefhebende Jezus Zijn Gebed naar de Hemel kan verheffen om tot de Vader te spreken en in de wereld de effecten van Zijn eigen Gebed te vernieuwen.
Wij moeten opmerking maken bij elke onze binnenste beweging, want Goede Jezus laat ons nu lijden, wil ons nu in gebed hebben, plaatst ons nu in één binnenste toestand, dan weer in een andere, om Zijn eigen Leven in ons te herhalen.
Stel dat Jezus ons in de situatie plaatst van geduld oefenen. Hij ontvangt zo ernstige en zoveel beledigingen van schepselen, dat Hij zich gedreven voelt om tot strafmaatregelen te grijpen om de schepselen te slaan. En hier geeft Hij ons de kans om geduld te oefenen. En wij moeten Hem eer bewijzen door alles met vrede te dragen, net zoals Jezus doet. En onze Geduld zal van Zijn Handen de strafmaatregelen afleiden die andere schepselen uit Hem trekken, want Hij zal Zijn eigen Goddelijke Geduld in ons oefenen. En zoals bij geduld, hetzelfde voor alle andere deugden. In het Sacrament oefent Liefhebende Jezus al deze deugden; van Hem zullen wij moed, gehoorzaamheid, geduld, verdraagzaamheid, nederigheid en gehoorzaamheid trekken.
Goede Jezus geeft ons Zijn Vlees als voedsel, en wij zullen Hem onze liefde, wil, verlangens, gedachten en gevoelens geven voor Zijn voeding. Op deze manier strijden we met de Liefde van Jezus mee. Wij laten niets in ons komen dat niet Hij is; daarom moet alles wat wij doen—alles dienen om onze geliefde Jezus te voeden. Ons denken moet het Goddelijke Denken voeren—that is, denken dat Jezus verborgen is in ons en de voeding van onszelf verlangt. Zo voeden we door heilig te denken het Goddelijke Denken. Onze woorden, hartkloppen, gevoelens, verlangens, stappen, werken—alles moet dienen om Jezus te voeden. Wij moeten de intentie hebben om de schepselen in Jezus te voeren.
O mijn Zoete Liefde, in deze uur hebt U Zelf transsubstantiëerd tot brood en wijn. O aarzel dan niet, o Jezus, laat alles wat ik zeg en doe een voortdurende Consecratie van Uwzelf in mij en in zielen zijn.
Mijn Zoete Leven, wanneer U bij mij komt, laat mijn iedere hartklop, elk verlangen, elke gevoelens, gedachte en woord de kracht van de Sacramentele Consecratie zo voelen dat, door te zijn geconceleerd, al mijn klein wezen als vele hosts wordt om U aan zielen te geven.
O Jezus, Zoete Liefde van mij, mag ik Uw kleine host zijn om in mij, zoals een Levende Host, het hele van U te omsluiten.
¹ Initieel dat der apostelen
² Door elke dodelijke zonde, dus ook door elke onwaardige communie, wordt de Verlosser, volgens de woorden van de Apostel Paulus, opnieuw gekruisigd, dus zo te spreken, opnieuw aan de dood overgeleverd.
³ Zie “De Mystieke Stad van God”, door Maria van Agreda. Vol. II, T.II, B.6, C.10.
Gebeden, Wijdingen en Exorcismen
De Koningin van Gebed: De Heilige Rozenkrans 🌹
Verscheidene Gebeden, Wijdingen en Exorcismen
Gebeden van Jezus de Goede Herder aan Enoch
Gebeden voor de Goddelijke Voorbereiding van Harten
Gebeden van de Heilige Familie Toevlucht
Gebeden uit andere Openbaringen
Gebeden door Onze Liewe Vrouw van Jacarei
Devotie aan het Meest Kuise Hart van Sint-Jozef
Gebeden om te Een te Worden met Heilige Liefde
De Vlammende Liefde van het Onbevlekte Hart van Maria
† † † De Twaalf Uren van de Passie van Onze Heer Jezus Christus