De Twaalf Uren van de Passie van Onze Heer Jezus Christus

De 24 Uren van het Bittere Lijdingspad van Onze Heere Jezus Christus door Luisa Piccarreta, het Kleine Dochtertje van de Goddelijke Wil

Dertiende Uur
Van 5 tot 6 AM

Jezus in de gevangenis

Voorbereiding voor elk uur

Jezus, na een kort slapje ben ik wakker geworden en kan U niet vinden. Mijn hart klopt hard, zijn liefde verlangt naar U. Zeg me, waar bent U? Mijn engel, breng me naar het huis van Caiaphas. Ik zoek en zoek, overal en vind Jezus niet. Mijn liefste, haast je, trek mij dicht bij U zodat ik kan vliegen naar U en mijn toevlucht kunnen nemen in Uw armen. Jezus, nu hebben ze U opgesloten in de gevangenis. Terwijl mijn hart juicht omdat het U heeft gevonden, is het gewond van pijn wanneer het ziet hoe zij U behandelen. Uw handen, achter Uw rug gebonden, zijn nog steeds vastgebonden aan een zuil, Uw voeten ook. Uw gezicht is blauw en opgespoten, bloedend van de slagen die ze U hebben toegebracht. Uw ogen hebben hun glans verloren. Uw blik is moe en droevig, Uw haar is in verwarring. Hoe verwoest bent U! En U kunt niet voor Uzelf zorgen omdat U vastgebonden bent. Ik barst in tranen uit, omhels Uw voeten en spreek met mededogen: “Hoe staat het met U, mijn Jezus!”

U antwoordt mij: “Kom, mijn ziel, let op alles wat je Mee doet zien, zodat jij het kunt doen met Mij en Mijn leven in Mij voortzet.”

Ik zie met verwondering dat U zich niet bezighoudt met Uw eigen lijdenen maar alleen denkt aan de verheerlijking van de Vader, om hem te vergoeden voor alles wat wij Hem schuldig zijn. U roept alle zielen bij Zichzelf om hun kwaden op Zichzelf te nemen en hen al Uw goederen te geven. Nu het begint te daggertijden lijkt het me dat Uw zoete stem spreekt:

"Heilige Vader! Ik dank U voor alles wat ik reeds heb geleden en alles wat mij nog overkomt. Net zoals de dageraad de dag aankondigt en het opkomen van de zon, zo laat dan ook de dageraad der genade in alle harten schijnen. Dan zal ik, de Zon der Gerechtigheid, als het dag is, in hen opgaan en over alles heersen. Kijk, Vader, deze zielen! Voor al hun gedachten, woorden, werken en nalatigheden zal ik antwoord geven ten koste van Mijn Bloed en Leven."

Jezus, liefde zonder einde! Ik verbind me met U en dank U voor alles wat Gij mij hebt laten lijden en alles wat Gij nog zult doen. Ik vraag U ook om de dageraad der genade in alle harten te laten schijnen.

Ik zie hoe U zich vervangt door de gedachten, neigingen, driften en woorden die niet aan Uw glorie worden opgedragen aan het begin van de dag. U roept de gedachten, woorden en neigingen der wezens bij Zichzelf omdat zij aan Hem toebehoren en maakt hen volmaakt door de goede mening om de Vader de eer te geven die Hij verdient.

Jezus, goddelijke Meester! Nu we alleen zijn in deze gevangenis¹ voor een uur, ben ik bij Uw heilige hoofd om Uw haar te knappen. Door dit te doen, wil ik boete doen voor zo veel verwarde geesten die, volledig ondergedompeld in het aardse, geen gedachte aan U hebben. Door mezelf in Uw geest te dompelen, wil ik alle Uw gedachten vereeren om door hen boete te kunnen doen voor al de slechte gedachten en voor zoveel genegeerde en afgewezen verlichtingen en inspiraties. Ik wil alle gedachten van de kinderen der mensen één maken met de Uwen om U ware voldoening en perfecte verheerlijking aan te bieden.

Mijn droevige Jezus! Ik kus Uw droeve ogen, wier tranen U niet kunt drogen, en Uw gezicht, dat U niet kunt reinigen van de bezoedeling door de verdoemden omdat U aan de zuil gebonden bent. Omdat Uw houding zo extreem pijnlijk voor U is vanwege Uw binding², kunt U Uw vermoeide ogen niet sluiten om een beetje rust te vinden. Oh mijn liefste, hoe graag zou ik U in mijn armen nemen om U rust te geven! Ik wil ook Uw tranen drogen, vergeving vragen en goedmaken wat we hebben nagelaten toen we niet van plan waren U te bevredigen met onze daden; wanneer we naar U kijken om uit te vinden wat U van ons wilde dat wij zouden doen en waarheen we onze stappen moesten richten. Ik wil alle mijn ogen en die van iedereen verbinden met de Uwen, om boete te kunnen doen voor al de zonden die wij hebben begaan door begeerte der ogen.

Mijn allerbarmhartigste Jezus! Ik herinner me de beleidigingen waarvoor Uw oren de hele nacht moesten luisteren en alle zonden die werden begaan door het luisteren naar kwaad spraak. Ik vraag om vergeving en wil vergoeding doen omdat wij doof waren voor Uw stem wanneer Gij ons roept of pretendeerden niet te horen. Ik wil constante en perfecte boete doen, de gehoorzaamheid van iedereen verbinden met de Uwen, zodat verder allen zonder uitzondering Uw goddelijke woorden kunnen horen en uitvoeren.

Mijn allerliefste Jezus! Ik aanbid Uw heiligst Aangesicht, dat volledig ontstellend is door de klappen op de wangen. Ik vraag vergeving voor alles wat we hebben nagelaten toen Gij ons roept tot boete en wij niet volgden Uw stem en wegkeken. Mijn Jezus! Ik wil mijn gezicht verbergen in het Uwen om U terug te geven Uw natuurlijke schoonheid en boete te doen voor al de minachting die Uw vijanden hebben getoond tegenover Uw goddelijke majesteit.

Mijn allerdroevigste Jezus! Hoe is Uw mond verwoest door de vuisten van de dienaren van de beul! Ik wil boete doen voor al het kwaad spraak der mensen. Ik wil de stemmen van alle mensen verbinden met de Uwen om de zondige woorden te bedoven en ze te transformeren in stemmen van goddelijke prijzing en liefde.

Mijn gerede Savior, geketend! Ik zie U beladen door touwen en kordels die hangen aan Uw nek en schouders, drukken op Uw armen en binden U aan de zuil; Uw handen opgezwollen, zwartblauw van het strenge aantrekken der boeien. De zuil is zelfs nat van bloed. Laat me, mijn Jezus, U losbinden. Maar als Gij gebonden wilt blijven, dan zal ik U binden met de ketens der liefde, want zij zijn vertroostend en zoeten Uw marteling in plaats van dat ze U lijden toebrengen. Terwijl ik U losbind, wil ik mij verbinden met U om voldoening te maken voor elke zondige binding en om alle mensen de ketens der liefde aan te leggen.

Wij zullen dan de harten van alle mannen vullen met het vuur dat zo machtig binnen U brandt dat U het nauwelijks kunt bevatten; wij zullen boete doen voor al het hartskoudheid, al onkuische genoegens en de liefde voor gemak, om in allen de geest van offer en liefde voor lijden te wekken. Ik wil me ook overgeven aan Uwe handen en vergoeding brengen voor mijn kwade werken en die van alle mensen, zelfs voor het goed dat slecht is gedaan met zelfverhevenheid. Ik wil allen gelukkig maken met de geur van Uw heilige werken. Ik wil ook met Uw voeten lopen om boete te doen voor al kwaad stappen, ik wil alle stappen en voetsporen der kinderen der mensen in de Uwe sluiten, opdat zij den weg der heiligenheid betreden.

Mijn zoete leven, laat me mij geheel verdoenken in Uw Hart. Ik sluit erin de neigingen, begeerten en wensen van alle mensen op, om hen te heiligen en boete te doen voor al wat zij daaraan hebben ontbreekt. Verleen aan allen Uwe neigingen, Uwe begeerten, Uwe heiligen begeerten, dat niemand U meer beledigt.

Nu hoor ik het geklingel van sleutels. Het zijn Uw vijanden die U weer willen meenemen. Jezus, ik sterf, mijn bloed wordt tot ijs. Binnenkort zult Gij weer in hun handen zijn. Wat zal er met U gebeuren?

Ik voel alsof ik het geklapper van tabernakelsleutels hoor. Onwaardige handen komen om de tabernakels te openen en misschien om U neer te laten in God-roofende harten. Hoe vaak wordt Gij uitgedragen op processies of als verfrissing, en ontmoet Gij vijandig gesinde mensen die Gij negeren en bespotten.

Mijn Jezus, gevangene van liefde! Ik wil in alle gevangenissen zijn waar Gij uit liefde opgesloten zijdt, zodat ik Uw dienaren kan zien U vrijheid geven.³ Ik wil U altijd gezelschap houden en boete doen voor de beledigingen die Gij lijdt in het Sacrament van Liefde.

Jezus, Uw vijanden zijn nabij. Gij groet de zon op de laatste dag van Uw aardse leven. Zij ontbinden U. Terwijl Gij hen met blikken van liefde aanschouwt, zien zij dat Gij al majesteit zijdt. Desondanks slaan zij U opnieuw in het gezicht zodat het rood wordt van Uw kostbaar bloed.

Mijn liefste! Voordat Gij de gevangenis verlaat, vraag ik U in mijn pijn om mij te zegenen opdat ik kracht ontvang om U te volgen in het verdere verlop van Uw Passie.

Beschouwing en Oefeningen

door St. P. Annibale Di Francia

In de gevangenis, aan een zuil gebonden en onbeweeglijk, wordt Jezus met spuug en modder begooid. Hij zoekt onze ziel om Hem gezelschap te houden. En wij—zijn we blij alleen met Jezus te zijn, of zoeken we het gezelschap van schepselen? Is Jezus alleen ons enige Ademhalen en ons enkele Hartkloppen?

Om ons naar Hem toe te laten worden, bindt liefde voor Jezus onze zielen met droogte, met drukkingen, met lijden en met elke andere soort van mortificatie. En wij, zijn we blij gebonden te zijn door Jezus in die gevangenis waarin Zijn Liefde ons plaatst—dat wil zeggen duisternis, drukken en dergelijke?

Jezus is in de gevangenis. Voelen we de vastberadenheid en het snelhandelen om onszelf te laten opsluiten bij Jezus uit liefde voor Hem? Gemartelde Jezus verlangde naar onze ziel om losgemaakt en ondersteund te worden in de pijnlijke positie waarin Hij zich bevond. En wij, verlangen we ernaar dat alleen Jezus komt en ons gezelschap houdt, onszelf bevrijdt van de ketens van elke passie, en ons bindt met de sterker ketens van Zijn Hart? En doen

wij onze pijnen als escorte rondom lijdende Jezus plaatsen om het spuug en de modder die zondaars naar Hem sturen, van Hem af te nemen? Jezus bidt in de gevangenis. Is ons gebed constant met Jezus?

Mijn geketende Jezus, U hebt U Zelf een Gevangene gemaakt uit liefde voor mij, en ik smacht ernaar dat Gij mijn geest, mijn tong, mijn hart en al wat van mij is binnen U opsluit, zodat ik geen vrijheid heb, en Gij Absolute Heerschappij over mij hebt.

¹ Na de eerste verhoring door Caiaphas, die tot na middernacht had geduurd, was Jezus in een gevangenis vastgehouden tot dageraad. Maria van Agreda, “De Mystieke Stad van God”, dl. II, BII, cl. 7, en Katharina Emmerich, op. cit. Jezus in de gevangenis.

² “Hij werd staande gehouden, maar in een positie waarin Hij gebonden was en tegelijkertijd naar beneden gekromd zonder dat hij kon zitten, noch zijn lichaam rechtop konden brengen om te rusten”.

³ De gevangenissen verwijzen naar de tabernakels, de ministers verwijzen naar de priesters die de tabernakels openen zodat de Eucharistische Verlosser blootgesteld kan worden of communie gegeven aan de gelovigen in de Heilige Communie of gedragen wordt in een processie door de straten.

Offer en Dankbaarheid