De Twaalf Uren van de Passie van Onze Heer Jezus Christus

De 24 Uren van het Bittere Lijdingspad van Onze Heere Jezus Christus door Luisa Piccarreta, het Kleine Dochtertje van de Goddelijke Wil

Zestiende Uur
Van 10 U tot 11 U

Tweede Uur van Jezus' Agonie op de Olijfberg

Voorbereiding voor Elke Uur

Voorbereiding op de Drie Uren van de Olijfberg in de Tuin van Gethsemane

Mijn Jezus! Er is al een uur verstreken sinds je in de tuin van Gethsemane was. Liefde heeft het bovenhand gekregen over alles en laat je plotseling lijden wat de dienaren van de beul aan jou laten lijden tijdens uw meest bittere Passie.

Mijn Jezus! Ik zie je wankelen in je stappen, maar toch ga je door. Vertel me, mijn grootste goed, waar richt uw stappen op? Ach, jij wil naar jouw geliefde discipelen zoeken. Ik begeleid je om je te vangen als je struikelt.

Mijn Jezus! Een andere bitter pijn wacht op jou. De discipelen slapen. Jij, altijd medelijdenvol, roep hen wakker en waarschuwt ze met vaderlijke liefde om te waken en te bidden. Dan keert u terug naar de tuin. Maar jij draagt een andere wonde in je hart, en ik zie alle wonden die zielen toegebracht aan jouw God geconsacreerd zijn. In plaats van bij jou te blijven, wakker te zijn en te bidden, geven ze zich over, ofwel door nalatigheid, ofwel omdat zij verzocht worden, ofwel omdat zij niet in de juiste staat van gemoed zijn. Terwijl ze zouden moeten vooruitgaan in liefde en eenheid met jouw, slapen ze, worden ze lauw en gaan terug. Hoe ik jij jammer! Liefhebber van zielen! Oh, ik zou graag vergoeding willen bieden voor al de ongenadigheid van diegene die zo dierbaar zijn aan jou. Deze ontrouwheden doen het meest pijn in je aardige hart. Zo groot is de bitterheid van de pijn dat hij jou zou kunnen verslaan. O liefde zonder einde! Het bloed dat in jouw aderen kookt overwint alles en vergeet alles. Ik zie u liggen op de grond te bidden. Jij offer jezelf, vergoedt en streeft ernaar om de Vader voor alle mensen te verheerlijken. Ook ik, mijn Jezus, buig me met jou neer, en in eenheid met jou wil ik doen wat jij doet. Maar wat zie ik, mijn Jezus? Ik zie je beladen met al de zonden van de hele wereld. Al ons ellende, al onze zwakte, de ernstigste overtredingen, het meest schandalige ongenadigheid, de afschuwelijkste misdrijven, de meest wreedheid, alle uitbarstingen van haat, de slachting van mensen, alle godslastering, alle ketterijen en scheuringen, ja, de hele afgrond van menselijke verwording staan voor jouw ogen, drukken je neer, verdrukken je en brengen diepe wonden aan. En wat doe jij? Het bloed dat binnen in jou heet liefde tegenwerpt al deze overtredingen. De aderen openen zich, het bloed stroomt uit, bevochtigt de kleding, loopt naar de grond. En je geeft bloed voor beleidigen, leven voor dood.

Mijn liefste, wat een staat zie ik U in! Uw adem is zwaar. Mijn zoete leven, gaat niet weg! Verhef Uw hoofd van de aarde, die verrood is door Uw kostbaar bloed. Kom in mijn armen en laat me sterven in deze omhelzing op Uw plaats. Maar ik hoor Uw bevenende, bijna dode stem smachten: "Mijn Vader, als het mogelijk is, laat dit beker aan Mij voorbijgaan. Toch niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede!" Dit is de tweede keer dat U zo spreekt. Uw stem doortrekt mijn hart als een zwaard. Alle beleidigen van Uw schepsels komen voor Uw ogen te staan. Dat Fiat! (Uw wil geschied!), wat het leven van iedere menselijke wezen zou moeten zijn, zie ik bijna allen afwijzen. In plaats van leven vinden zij de dood. En Gij, die alle kinderen der mensen willen tot leven brengen en een plechtige vergoeding aan den Vader willen doen voor de beleidigen van hen, die Zijn wil ontvluchten en verloren gaan, herhaalt drie keer: "Vader, als het mogelijk is, laat dit beker aan Mij voorbijgaan! (Het beker is inderdaad erg bitter.) Toch niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede!" Terwijl Gij dit zegt, mijn grootste goed, wordt Gij overvloedig door zo bittere pijn dat het Gij tot het uiterste brengt, Gij in doodsangst stelt en Gij de indruk geeft dat Gij Uw laatste adem wil laten. Jezus, mijn liefde! Ik wil me ook met U verenigen, lijden en boete doen voor al het nalatigheid en zonden tegen Uw allerheiligste wil. Ik bid dat ik Uw allerheiligste wil in alles zal vervullen. Moge Uw wil de lucht zijn die ik adem, de slag van mijn hart, mijn gedachte, mijn leven en de triomf in mijn dood.

Mijn Jezus, nee, Gij moet niet sterven! Waar zou ik heengaan zonder U? Aan wie zou ik mij wenden? Wie zal bij me staan in de toekomst? Alles zou voor mij ten einde zijn. Nee, laat me niet uit Uw handen, hou me bij U. Er mag geen ogenblik zijn die mij van U scheidt. Laat me Uw pijn verlichten, boete doen en met U lijden voor allen, want het gewicht der zonden allerlei aard drukt zwaar op U en dreigt U te verdrukken. Ik vereer Uw heilige hoofd, mijn liefde. Ik zie alle de kwade gedachten wier verschrikkelijke lelijkheid Gij aanschouwt. Elke van hen is een doorn die Uw hoofd met stekende pijn doorboort. Uw volgelingen zullen slechts een doornenkroon op Uw hoofd plaatsen. Maar hoeveel verschrikkelijke kronen leggen de kwade gedachten aller mensen op Uw aanbiddelijk hoofd? ... Al vloeit het bloed uit alle Uw ledematen, stroomt het van Uw voorhoofd, van Uw haar en van Uw hele lichaam. Hoe ik medelijden met U heb, o Jezus! Ik zou ook kronen op Uw hoofd willen plaatsen, maar kronen van glorie. Ik bied U ook de gedachten der heilige engelen en Uw eigen heilige gedachten aan om U mijn medeleven te tonen, Uw pijn te verlichten en voor allen boete te doen.

Jezus, in Uw vriendelijke ogen zie ik alle de kwade blikken der mensen die bloedtranen op Uw aangesicht laten vallen. Ik heb medelijden met U en wil Uw ogen bekoorlijk maken door hen al de genoegens te tonen die in den hemel en op aarde kunnen worden gevonden in eenheid met de liefde van Uw hart. Jezus, hoogste goed! Mij naar U buigend, hoor ik het echo der verschrikkelijke godslasteringen, de roepen om wraak en de lasteringen. Er is geen stem die niet haar echo zou vinden in Uw kuis ooren. O onverzadigd liefde! Ik heb medelijden met U en ik wil U troost bieden door al de harmonieën des hemels, het zoete stemmetje van Uw Moeder, de ijvere zuchten der liefde van Maria Magdalena en aller Godminnende zielen in Uw ooren te laten klinken.

Mijn leven, ik zou jullie meest heilige gezicht met ijver kussen; dat gezicht waarvan de schoonheid geen gelijk heeft; dat gezicht waarnaar de engelen verlangen om te kijken vanwege zijn schoonheid die hen betovert. En toch besmeuren de handlangers dit gezicht met spuug, geven ze klappen op de wangen en stampen erop rond. Mijn liefste, wat een dreistigheid! Ik wil schreeuwen om ze te verslaan. Ik heb medelijden met U. Om deze beledigingen goed te maken, ga ik naar de Allerheiligste Drie-eenigheid om het liefde van de Vader en de Heilige Geest op te vragen, de zachtmoedigheid van uw hemelse Moeder en Haar diepe aanbidding. Ik bied al dit aan U op om boete te doen voor de belagingen aangedaan aan Jullie meest heilige Aangezicht. Ik voel medelijden met U vanwege het bittere dat in jullie mond wordt gestopt. Afschuwelijke vloeken, dronkenschap en lust van de keel, schaamtevolle woorden, slecht uitgevoerde gebeden, rampzalige leerstellen, al het kwaad dat mensen creëren met hun tong, hebben dit veroorzaakt. Ik heb medelijden met U en ik wil jullie mond zoete smaken geven door U de lofzangen van de engelen aan te bieden en de opbouwende woorden van goede christenen die heilige gebruik maken van hun tongen.

Mijn neerbuigend Jezus! Ik zie jullie nek omwikkeld met touwen en ketens, die door het zondige aangeslotenheid van mensen voor U worden bereid. Ik heb medelijden met U. Om U op te heffen, bied ik U als offer de onlosbare band die de Personen van de Allerheiligste Drie-eenigheid verenigt. Door deel te nemen aan deze eening, strek ik mijn armen naar U uit om ketens van liefde voor jullie nek te smeden. Zo wil ik de ketens van zondige aangeslotenheid die U willen wurgen losmaken, alsof het ware. Om U troost te geven, druk ik U vast aan mijn hart.

Jezus, u kracht van God! Ik zie jullie schouders uit elkaar getrokken. Het vlees hangt in stukken vanwege de hinder en slechte voorbeelden van mensen. Ik heb medelijden met U en bied U Jullie meest heilige voorbeeld aan, het voorbeeld van Jullie koninklijke Moeder en dat van alle heiligen, om jullie te verfrissen. Ik wil ook al jullie schouderwonden genezen, in hen alle zielen sluiten die uit Jullie Hart zijn gerukt door de zonden der aandoening, zodat het verminkt lichaam van Uwe menselijkheid weer kan worden geheeld.

Mijn verdrietige Jezus! Ik zie jullie borst pijnlijk gegroefd door de koude, matigheid en onthankbaarheid van mensen die niet op Jullie genade antwoorden. Ik heb medelijden met U. Om U te troosten, bied ik U de wederkerige liefde van de Vader en de Heilige Geest aan, het volledige overeenstemmen der Drie Goddelijke Personen. Ik wil mij in jullie liefde dompelen om U te bevredigen door mensen ervan weerhouden nieuwe zonden te begaan die U treffen als pijlen. Aan de andere kant, ik wil hen met de pijlen van Jullie liefde verwonden zodat ze niet meer durven U te beleidigen. Ik wil jullie eigen liefde terug in Uwe borst leiden om U te versterken en op te heffen.

Mijn Jezus, ik kuss Jullie scheppende handen en merk hoe alle slechte daden van wezens ze doorboren als nagels. Maar niet met drie nagels zoals aan het kruis, maar met zoveel nagels als mensen slechte daden begaan. Ik heb medelijden met U. Om U te troosten, bied ik U al de heilige werken van mensen en de moed der martelaars waarmee ze hun bloed en leven uit liefde voor U gaven aan. Ik wil ook alle goede werken als offer aanbieden om de talrijke nagels van slechte werken weg te nemen.

Jesus, ik kus Uw heilige voeten, die onvermoeibaar zijn bij het winnen van zielen. In hen wil U alle stappen der kinderen der mensen sluiten, maar U ziet veel van hen voor U vluchten en U wil ze tegenhouden. Met elk van hun stappen die hen naar het kwaad leiden, voelt U een spijker in U gedreven worden. En U wil met hun spijkers aan hen vastmaken aan Uw liefde. Mijn God en grootste goed! Ik jammer U. Om U te troosten in Uw pijn en voor Uw inspanningen om mensen aan Uw liefde te binden, bied ik U de stappen van alle goede religieuzen en alle vrome zielen die hun leven opofferen om zielen te redden.

Jesus, U blijft doodsangst lijden, niet vanwege de lijdingen die de Joden U doen ondergaan, maar vanwege die welke de zonden der mensen U bezorgen. In deze uren wil U eerst aan liefde plaats geven, tweede plaats aan de zonden waarvoor Gij verzoening en vervulling brengt; den Vader verheerlijken en de goddelijke gerechtigheid stillen; derde plaats aan de Joden. Zo toont U dat het lijden van de Passie welke de Joden U doen ondergaan, niets anders is dan de voorstelling der tweevoudigen pijnlijke Passie die liefde en zonde U bezorgen. Zo zie ik in uw hart verenigd: de lans van liefde en de lans van zonde. Nu wacht Gij op het derde, de speer der Joden. Uw hart, overstroomd door liefde, lijdt onder zijn gewelddadige bewegingen, onder de ongeduld zijner liefde en verbrandende verlangens, onder haar vurige slagen die leven willen geven aan elk hart. Het is hier in uw hart dat Gij het meest scherp alle lijding voelt welke schepselen U bezorgen. Met hun boze neigingen, ongerichte begeerten en schandelijke wensen zoeken zij een andere liefde dan de uwe.

Jesus, hoe zwaar lijdt Gij! Ik zie U bijna flauw vallen, ondergedompeld in een zee van menselijk kwaad. Ik voel diep medelijden met U en zou graag de bitterheid van uw driemaal doorboord hart zoeten door u het geluk van het eeuwige leven aan te bieden, de zoete liefde van Uw Moeder Maria en die van alle Uwe ware minnaars in een offerbeker.

Mijn Jezus, laat mijn arme hart leven ontvangen uit dit Hart van Uwen, zodat het met uw Hart alleen leeft. Laat mij ook altijd paraat zijn om u verfrissing, troost, vergoding en een ononderbroken daad der liefde voor elke belediging aan te bieden die Gij lijdt.

Overwegingen en Oefeningen

door H. Pater Annibale Di Francia

In de tweede uur in Getsemane stellen zich alle zonden uit alle tijden, verleden, heden en toekomst voor Jezus, en Hij neemt al deze zonden op Zich om volledige Eer aan den Vader te geven. Zo heeft Jesus Christus Verzoening geboden, Gebed en alle onze gemoedsbewegingen in Zijn Hart gevoeld zonder ooit met Bidden te stoppen. En wij, bidden wij altijd, in welk gemoed we ook zijn—koude, hard, beproefd? Geven wij Jezus de pijnen van ons ziel als vergoeding en als verlenging om Hem volledig binnen ons na te bootsen, denkend dat elk ons gemoedsbeweging een pijn van Jesus is?

Als een pijn van Jezus moeten wij het rond Hem plaatsen om Hem medelijden en verlenging te bieden. En als mogelijk moet men tot Hem zeggen, “Gij hebt te veel gelijd. Neem rust, en wij zullen in Uw plaats lijden.”

Verliezen we de moed, of blijven we met moed aan de voeten van Jezus, Hem al ons lijden geven, zodat Jezus Zijn eigen Menselijkheid in ons kan vinden? Dat wil zeggen, zijn wij Zijn Menselijkheid voor Jezus? Wat deed de Menselijkheid van Jezus? Hij verheerlijkte Zijn Vader, verzoende en pleitte voor het heil der zielen. En wij—sluiten we deze drie intenties van Jezus binnen onszelf op in alles wat wij doen, zodat wij kunnen zeggen: "Wij sluiten de hele Menselijkheid van Jezus Christus binnen ons?"

In onze momenten van duisternis, plaatsen we dan de intentie om het licht der waarheid in anderen te laten schijnen? En wanneer wij met ijver bidden, plaatsen we dan de intentie om het ijs van vele harten die verhard zijn door zonde te doen smelten?

Mijn Jezus, om U medelijden toe te brengen en U te ontlasten van de totale uitputting waarin U Zich bevindt, stijg ik op naar de hemel en maak Uw eigen Godheid mijn; en door het rondom U te plaatsen, wil ik alle beledigingen der wezens van U afhouden. Ik wil U Uw Schoonheid aanbieden om de lelijkheid der zonde van U weg te bewegen; Uw Heiligheid om de verschrikking van al die zielen die U walging oproepen omdat zij dood zijn voor genade, van U weg te houden; Uw Vrede om de dissonanten, opstanden en onrusten van alle wezens van U af te houden; Uw Harmonieën om uw gehoor te ontlasten van de golven van vele slechte stemmen. Mijn Jezus, ik heb de intentie U zo veel goddelijke daden der verzoening aan te bieden als er beledigingen U aanvallen, bijna wensend U de dood toe. En ik wil U het leven geven met Uw eigen Daden. Dan, o mijn Jezus, wil ik een golf van Uw Godheid over alle wezens gooien, zodat zij bij Uw goddelijke aanraking niet meer durven U te beledigen.

Als en slechts op deze manier, o Jezus, zal ik in staat zijn om U medelijden toe te brengen voor alle beledigingen die Gij van de wezens ontvangt.

O Jezus, Zoete Leven van mij, moge mijn gebeden en mijn pijnen altijd naar de hemel opstijgen, zodat het Licht der Genade over allen kan regenen en Uw eigen Leven in mij kan worden opgenomen.

¹ Let op de unieke en beeldende stijl van de kluizenaarssiel, die zich lijkt te veranderen in wat zij beschouwt en haar gedachten samenvat in een dapper beeld: Ik wil een golf uit het zee van Uw godheid over alle mensen laten stromen. Hiermee wil zij zeggen: Ik wil mijn stem hard doen klinken om allen te laten begrijpen dat Gij de Eeuwigdurende en Onsterfelijke Zijt, aan Wie alleen eer, liefde en verheerlijking toekomen; U, mijn Jezus, die in Uw oneindige liefde onze zonden op U nam en als God-mens een verzoening kon bieden die overeenkomt met de goddelijke gerechtigheid.

Dankgebed na elke Heilige Uur op de Olijfberg

Offer en Dank